Hoi,
We verlaten het Paleis Park en gaan over een met kinderkopjes verhard
pad
naar het Noorden. De blik is gericht op de rand van een boeiend bos,
waar
sparren, dennen, berken, eiken, haagbeuken en elzen, fraai versierd
met
wilgenstruiken, oud staan te worden. Hier gebeurt niets. Al 80 jaar
houdt
de mens haar handen van de oude en jonge knoerten. In de eeuwen daarvoor
werd er slechts gejaagd.
We passeren de indrukwekkende, loeizware deur. Links ervan borden
in vier
talen om ons duidelijk te maken dat we niet zomaar verder mogen. Wij
mogen
- als onderzoekers - verder, ja zelfs verder dan door een gids begeleide
toeristen.
=====
Doodse stilte.
Een enkele zware tak kraakt als een windbries door de kronen van de
oerbomen
blaast.
En de absolute stilte keert weer terug.
=====
Afgelopen week bracht ik mijn eerste bezoek aan het werkelijke ongerepte
bos - in principe grotendeels verboden gebied voor mensen. Wij gingen
op
zoek naar Bos-vergeet-mij-nietje. Dat is namelijk een plant die in
dit
deel van Polen van nature niet voorkomt. Door de mens wel, ook in
dit
bos. En dat is ongewenst... Nu is het plantje niet te vinden.
Als we - even voor donker - het bos maagdelijk achter ons laten zien
we
een vogelaar op ons pad. Enthousiast spreekt hij ons aan en is blij
verrast dat wij iets anders dan Pools spreken - het is een Engelsman.
Wat
we gezien hebben. Nou, geen Bos-vergeet-mij-nietje meneer. Did you
hear
woodpecker? Drie-teen-specht soms? Ehm, zo goed is onze vogelkennis
niet
en onze aandacht was ergens anders. Wel staat het beestje nog op mijn
verlanglijst maar dat is wat anders. Or pygmy owl? Wat voor uil? Later
snap ik pas dat hij de dwerguil bedoelt. Wel had hij korhoenders gezien
vandaag. Dat is niet mis, daar zijn er niet veel van hier.
We lopen door en mijn collega/begeleider verbaast zich over de
spontaniteit waarmee sommige natuurliefhebbers anderen aanspreken.
Je
zegt bij wijze van spreke niets, en hij heeft al weer allerlei bijzondere
vogels en dieren genoemd en gevraagd. Ik zeg mijn begeleider (en hij
weet
het ook wel) dat dit soort ontmoetingen in West-Europa vaak voorkomen.
Ik
had trouwens mijn verrekijker om mijn nek en dat schept altijd een
band
met passerende vogelaars. Mijn begeleider put er naar eigen zeggen
steeds
meer energie uit bij zijn werk - het beschermen van het bos van Bialowieza
is niet alleen voor de natuur van groot belang.
=====
Afgelopen zaterdag bevond ik mij ten zuidwesten van Hajnowka. In mijn
vrije tijd maak ik graag een wandeling en zeker als ik door ouderwets
boerenland, moerassen, lintdorpjes met houten huizen en oud bos kan
lopen. Uitstekend gelukt.
Het begon met natte hooilanden omgeven door
stad. In Nederland zou dit platgelopen stadsnatuur zijn, hier komt
alleen
zo nu en dan een boer. Wat het nogal Nederlands maakte waren de
kivieten en enkele paren grutto's (op een paal, kan het
mooier?). Onnederlands was de grote dichtheid aan boterbloemen en
echte
koekoeksbloemen, zo her en der met een meiorchis ertussen.
In het moeras, beschermd als vogelreservaat, zag ik onder andere
wintertalingen - bij ons (NL) alleen in de winter! Een vos liep nogal
vosachtig door verlaten boerenland te springen en te sluipen. Ik verstopte
me achter een jonge den en kon zo tot 30 meter afstand komen. Nadat
hij
mij ontdekte was hij zo snel als een haas. Ik draai me om om verder
te
lopen en zie op klaarlichte dag 4 edelherten door het drassige land
trekken. Het ene mannetje met een bescheiden gewei. Even voor september
-
de bronsttijd - moet dat uitgegroeid zijn.
Na het moeras wacht een oud boerenland op me. Ik leg de link met mijn
favoriete Brabantse bos/natuurterrein - De Mortelen. Zoals het er
hier nu
uitziet, ziet het er in Brabant nu ook nog uit. Alleen zijn bijna
alle
soorten verdwenen of zeer zeldzaam geworden. Voorbeelden genoeg; paapje,
gele kwikstaart, ooievaar, hop. De kapstok is in De Mortelen nog
hetzelfde als hier. Alleen zijn alle jassen, dassen en petten
verdwenen. Mogelijk dat er zich toch nog enkele dassen bevinden -
die
nachtdieren wel te verstaan.
Rond 19:00 uur stap ik het bos van Bialowieza in. Over bosbouwwegen
kan ik
lekker doorlopen. Ik kom ergens een Grote keverorchis tegen met enorme
bladen. 15 tot 20 cm lang EN breed, voor de kenners onder jullie.
Bij
Niezany bor zit ik op het meubilair van het treinperron, waar het
spoor al
12 jaar niet meer gebruikt wordt. Aantekeningen maken van wat ik
vandaag heb gezien. Even later, om 20:27 stap ik in de laatste bus
naar
Bialowieza.
Groeten vanuit Bialowieza,
Frank Verhart